Mechanismen
Er zijn duizenden wetenschappelijke studies die effecten aantonen van blootstelling aan elektromagnetische velden. Bij een korte blootstelling worden meestal geen effecten gezien of eerder positieve effecten. Onafhankelijke wetenschappers wijzen vooral op schadelijke effecten van langdurige, chronische blootstelling, ook bij veldsterktes die ver onder de huidige grenswaarden liggen. De huidig geldende grenswaarden zijn enkel gebaseerd op thermische effecten (opwarming van ons weefsel) en houden geen rekening met de biologische effecten.
Er werd steeds beweerd dat er geen mechanisme is dat niet-thermische effecten (onder de grenswaarden) kan verklaren. Intussen is er wel degelijk minstens één dergelijk mechanisme aangetoond, namelijk het openen van calciumkanalen in de celwanden (zie verder).
Of dit mechanisme aan de basis ligt van EHS, is nog onduidelijk. Sommigen kunnen elektromagnetische velden „voelen” en anderen niet, er is dus een verschillende mate van gevoeligheid. Hiervoor zijn er enkele hypothesen geformuleerd door wetenschappers:
- Gevoeligere (of door chronische blootstelling of andere factoren gevoelig geworden) receptoren in het perifeer zenuwstelsel die signalen naar de hersenen sturen.
- Schade aan organen, zoals aan de bijnieren of de schildklier.
Onze hersenen zullen dit als stress ervaren en ons lichaam zal de bekende stressreacties gaan vertonen waarvan we weten dat deze schadelijk zijn als ze langdurig aanhouden. Stress is cumulatief, dus alle stressfactoren moeten opgeteld worden.
Er zijn voldoende studies die niet-thermische effecten aantonen. Objectief waarneembare, klinische effecten die optreden bij mensen met EHS en niet bij een controlegroep zijn moeilijker te vinden. Tot nu toe werden reeds volgende klinische effecten vastgesteld:
- Toename van mastocyten (mestcellen) in de huid, en een ander patroon van deze mastocyten (hogere dichtheid van cytoplasmatische korrels, sterker gekleurd en groter), die een rol spelen bij de immuunrespons (prof. O. Johansson);
- Toename van histamine, nitrotyrosine en antistoffen tegen O-myeline en vermindering van melatonine en creatinine (prof. D. Belpomme);
- Hartslagvariabiliteit (HRV) (prof. M. Havas)
Dat er biologische effecten kunnen optreden, is intussen wél bewezen. Hieronder ter info een bloemlezing van vastgestelde effecten uit bestaande studies.
- Lekkage van celmembranen met het naar binnen lekken van calciumionen. De meeste biologische effecten kunnen worden verklaard via effecten op de celmembranen van „exciteerbare” cellen zoals cellen van het zenuwstelsel en voortplantingscellen. Pulserende elektromagnetische velden genereren wisselende elektrische stromen die door de cellen en weefsels stromen en die openingen in celmembranen laten ontstaan door spanningsverschillen. Deze openingen zijn wetenschappelijk bekend als „voltage-gated calcium channels” of VGCCs. Doorheen deze openingen stromen calciumionen naar binnen in de cel waardoor deze cellen ontregeld raken en op termijn zelfs kunnen afsterven. Deze lekkage van celmembranen kan onder meer voorkomen in cellen van het zenuwstelsel, hersencellen, voortplantingscellen en cellen die het hartritme sturen en komt reeds voor bij veldsterktes die veel lager liggen dan de huidige normen. Dit wordt momenteel gezien als een veelbelovende wetenschappelijke denkpiste om EHS en andere recent sterk toegenomen ziektes (zoals dementie, autisme en onvruchtbaarheid) te verklaren. Grondlegger van deze denkpiste is prof. em. M. Pall uit de Verenigde Staten (video link, video link 2).
- Oxidatieve stress door vorming van reactieve zuurstofdeeltjes (reactive oxygen species – ROS) en stikstofoxide, activatie van peroxidatie, oxidatieve schade aan DNA en veranderingen in de activiteit van enzymes die als antioxidant werken. Dit leidt tot een breed gamma mogelijke ziektes, zowel kanker als andere zoals hierboven vermeld.
- Opening van beschermende barrières in ons lichaam. Elektromagnetische velden kunnen de doorlaatbaarheid van de hersen-bloedbarrière beïnvloeden. Dit is vastgesteld bij dierproeven. Dit kan leiden tot de beïnvloeding van de fysiologie van het centraal zenuwstelsel, veranderingen in de hersenactiviteit die denkkracht en concentratievermogen kunnen beïnvloeden. Men vermoedt dat dit ook met andere barrières (longen, darmen) het geval kan zijn. Deze barrières beschermen ons normaal tegen het binnendringen in ons lichaam van allergenen en toxische stoffen uit het milieu.
- Ontregeling van het immuunsysteem. Dit kan veroorzaakt worden door opstapeling van lichaamsvreemde stoffen van diverse bronnen, zoals giftige chemicaliën, chirurgische implantaten, infecties, tandtechnisch materiaal (o.a. amalgaamvullingen) en radioactieve stoffen, waardoor het lichaam hyper-reactief wordt.
- Verstoring van het hormoonsysteem. Effect op hormonen (o.a. cortisolspiegel) en de fysiologie van catecholamine (o.a. adrenaline, noradrenaline, dopamine, fenylethylamine) in het bloed werden vastgesteld.
- Vergiftiging door zware metalen. Metaal kan in het lichaam onder invloed van elektromagnetische velden opnieuw gemobiliseerd worden en voor vergiftiging zorgen.