Reduceren van de blootstelling

Uit enquêtes blijkt dat bij 66-76% van de mensen met EHS de symptomen verdwijnen of verminderen door reductie of vermijden van elektromagnetische velden.

Oorzaak wegnemen

Het perfecte medicijn dat niets kost en waarmee je kan testen of er verbetering optreedt, is om alles af te zetten. Als je geen meettoestel hebt en niet zeker weet hoe je de verbinding moet uitzetten, trek dan de stekker uit. Je zal zelf moeten experimenteren om uit te zoeken waarvan je precies last hebt, want dit kan van individu tot individu verschillen. Als je verbetering voelt, dan kan je stap voor stap naar definitieve oplossingen toewerken.

Verwijder alle eigen draadloze apparatuur en/of vervang ze door apparatuur met kabel: smartphone, wifi, babyfoon, DECT-telefoon, tablet, bluetooth, playstation, … Een gewone gsm geeft geen straling als je hem niet gebruikt, een smartphone of tablet daarentegen maken echter permanent verbinding met het netwerk, ook als je niets aan het doen bent. Bel zo weinig mogelijk draadloos en stuur beter een sms. Zet zoveel mogelijk wifi, bluetooth en mobiel netwerk (3G, 4G, LTE) uit. Zet zeker ’s nachts en tijdens autoritten alle smartphones en tablets op „vliegtuigmodus” en zet alle niet gebruikte applicaties uit. Zet de wifi-functie van je computer, printer, televisie, … uit. Zorg vooral dat je ’s nachts niet blootgesteld wordt.

Een overzicht van mogelijke apparatuur die straling veroorzaakt, kan je vinden op http://www.beperkdestraling.org/ en op http://www.stralingsarmvlaanderen.org/.
Denk ook aan nutsvoorzieningen zoals verwarming, koeling en ventilatie. Deze worden vaak uitgerust met draadloze sensoren, slimme thermostaten of slimme meters die allemaal draadloos communiceren en dus elektromagnetische straling veroorzaken.

Ter info: als de telecom-maatschappij een modem komt installeren, dan staat de wifi-functie automatisch aan, ook als je met kabel werkt. Sommige modems hebben een aan/uit-knop voor wifi, bij andere moet je de wifi-functie zelf via een website uitschakelen.

Meten is de boodschap om bronnen op te sporen. Het is duidelijk te zien dat de straling verdwijnt zodra je het toestel uitschakelt. Een meettoestel kan je gratis lenen bij de werkgroep Beperk de Straling of je kan een meetspecialist vragen om te komen meten. Het is echter aan te bevelen je eigen meettoestel te kopen. Ook een eenvoudige detector volstaat. Na elke aanpassing zal je opnieuw willen meten om de verbetering vast te stellen. Bovendien veranderen de bronnen regelmatig. Zo kunnen bijvoorbeeld ook je eigen toestellen bij een herstart automatisch de wifi-functie opnieuw inschakelen.

Ook elektriciteit kan een rol spelen. Rond elke elektrische leiding en elk toestel waar spanning op staat, ontstaat een elektrisch veld. Als er stroom doorgaat, heb je ook een magnetisch veld. Doordat veel toestellen elektronische schakelingen bevatten (computers, laag-energie-toestellen, TL-, spaar- en LED-lampen, omvormers bij zonnepanelen, …) wordt de gewone stroom verstoord en ontstaat zogenaamde „vuile stroom”. Hierdoor gaan gewone elektrische leidingen ook beginnen „stralen” en dit kan eveneens hinder veroorzaken. Het kan dus ook nuttig zijn de stroom in huis uit te schakelen en dit vooral ’s nachts in en rond de slaapkamers.

Afschermen

Thuis

In Vlaanderen staan al zoveel zendmasten dat praktisch elk huis wel in één of meerdere stralingsvelden ligt. Bovendien kan je ook straling binnenkrijgen van wifi, DECT, smartphones, … van de buren of van hoogspanningskabels.

Dan is afschermen de boodschap. Er kan een groot verschil zijn in meetwaarden tussen de verschillende kamers in een huis. De eerste plaats om af te schermen is de slaapkamer. Afschermen van hoogfrequente velden en laagfrequente elektrische velden kan met materialen die metaal of koolstof bevatten. De meeste materialen kan je zelf aanbrengen. Ook langs de ramen kan veel straling binnenkomen. Hoogrendementsglas en zonwerend glas bevatten een metaallaag die een deel van de straling tegenhoudt.

Je moet de aangebrachte afschermingsmaterialen ook steeds aarden. Je huis afschermen maakt ook dat straling binnen meer wordt weerkaatst. Het is dus belangrijk eerst alle stralingsbronnen binnen in huis uit te schakelen.

Afschermingsmaterialen zijn te verkrijgen in de vorm van verf, behangpapier, textiel, … Ze zijn vrij duur. Goedkopere oplossingen zijn aluminiumfolie, radiatorfolie of zonwerende raamfolies. Scherm alleen de kant(en) af die nodig zijn. Maak geen kooi van Faraday van je woning. Er is namelijk ook natuurlijke straling, de zogenaamde Schumann-resonantie, die wel goed is voor ons. Externe bronnen kunnen mogelijk ook verplaatst worden. In dat geval zal een verplaatsbare afscherming dus noodzakelijk zijn.

In de tuin houden hagen en bomen ook een deel van de straling tegen. Ook buiten kan je wanden of muren plaatsen die je behandelt. Hiervoor bestaan afschermingsproducten voor buitentoepassingen.

Na elke fase van plaatsen van afscherming meet je best opnieuw of er voldoende resultaat werd bereikt.

Noot: Het is ook belangrijk dat je over een goede aarding beschikt op alle stopcontacten. Dit kan nagekeken en eventueel verholpen worden door je elektricien.

Verhuizen

Als het te erg is, dan wil je misschien verhuizen. Een afgelegen plaats op het platteland zal over het algemeen beter zijn dan in de stad. Een alleenstaande woning zal minder wifi-straling van buren opvangen dan een appartement. Stralingsvrij is het in Vlaanderen en de ons omringende landen evenwel nergens nog. Waar zendmasten in Vlaanderen staan, kan je terugvinden op deze kaart.

Adviezen bij de zoektocht naar een andere woning (uit EHS Bulletin nr. 52 van Stichting EHS Nederland):

Bescherming buitenshuis

Jezelf buitenshuis beschermen is veel moeilijker. Best is om plaatsen met veel straling te vermijden. Het gaat bijvoorbeeld om:

Beschermende kleding

Er bestaat kleding die elektromagnetische straling grotendeels tegenhoudt. Hiervoor zijn metalen draadjes mee in de stof verweven. De afscherming is meetbaar.

Beschermende kleding helpt echter niet altijd. Soms ben je slechter af dan zonder. Via openingen (bv. waar je hoofd of handen door moeten) kan er straling binnenkomen en die kan langs de binnenkant gaan weerkaatsen, zodat je uiteindelijk meer straling opvangt dan zonder de beschermende kleding.

Wanneer je deze beschermende kleding wil dragen, is het beter om voor een laag bovenkleding te kiezen. Deze kan je uittrekken als je merkt dat je er last van krijgt. Draag de kledij ook maar voor een korte tijd, want op termijn is het geen goede oplossing.

Metalen onderdelen aan kleding, metalen juwelen of metalen brillen kunnen als een soort antenne fungeren en dus meer schade veroorzaken. Het is dus beter om deze niet te dragen.

Aarden – Water

Het verwijderen van de opgedane stralingsbelasting kan tot enkele dagen duren. Het proces kan versneld worden door bewust te aarden, of met andere woorden de elektrische spanning af te voeren, net zoals stopcontacten geaard moeten zijn om elektrocutie te voorkomen.

De grond of het voorwerp dat je gebruikt om te aarden moet hiervoor spanningsvrij zijn. Ook de omgeving moet vrij zijn van elektromagnetische velden. In een ruimte met elektromagnetische velden kan je lichaam als geleider gaan fungeren waardoor je je slechter kunt gaan voelen i.p.v. beter.

Door na de blootstelling een bad te nemen, te douchen of regelmatig delen van je lichaam met water af te spoelen, kan je ook aarden. Zout toevoegen aan het badwater of je lichaam inwrijven met zout kan ook helpen. Net zoals veel water drinken.