Waarom zoveel scepsis over EHS?

De meeste mensen zullen je verbaasd aankijken als je het over elektrohypersensitiviteit hebt, want zij voelen immers niets. Ze hebben er ook nog nooit van gehoord. Ze zullen je min of meer subtiel duidelijk maken dat het verbeelding is en dat je er maar niet te veel moet aan denken. Dat je beter van het leven geniet i.p.v. je over allerlei zaken zorgen te maken.

Is het feit dat de meeste mensen er geen last van hebben een bewijs dat iets niet bestaat? Niemand twijfelt aan het bestaan van allergie aan graspollen, huisstofmijt of hazelnoten … en dat gaat dan nog over natuurlijke stoffen.

Elektromagnetische straling werkt onder meer in op het zenuwstelsel. Het doorgeven van impulsen via onze zenuwcellen is immers een elektrisch fenomeen. Elektromagnetische straling van draadloze communicatie is gepulst en zal je zenuwstelsel meer belasten. Het geeft vaak stress zonder dat je je daarvan bewust bent. Het lijkt dus een psychosomatisch fenomeen. Het maakt je gevoeliger, vermoeid, depressief. Je zal dus minder rationeel over je symptomen kunnen getuigen.

Wat steeds weer aangehaald wordt, is dat er bij onderzoek geen oorzakelijk verband is vastgesteld tussen blootstelling en klachten. Elektrohypersensitieven hadden ook klachten als er geen straling was, maar wanneer ze dachten dat die er was. Hierdoor verklaart men dan dat EHS door het zogenaamde nocebo-effect veroorzaakt wordt. De algemene denkpiste is dat dit nocebo-effect ontstaat doordat in de media over de mogelijk schadelijke effecten van straling wordt bericht en dat een deel van de bevolking daardoor symptomen krijgt. Het nocebo-effect bestaat uiteraard. Het is een algemeen bekend verschijnsel, want wie bijv. aan hoofdluizen denkt, zal ook jeuk krijgen.

Er zijn echter ook gevallen van EHS bij dieren vastgesteld … en die lezen geen kranten. Er is zoveel angstaanjagend nieuws in de media, dat mogelijk schadelijke effecten snel overschaduwd zullen worden door ander nieuws. De media lijken trouwens besloten te hebben om over de schadelijke effecten van elektromagnetische straling te zwijgen. Integendeel zelfs, we worden dagelijks op alle komende „zegeningen” van nieuwe draadloze toepassingen gewezen.

We zijn bijna allemaal verslaafd aan onze smartphone en het gemak van wifi. We moeten er eerder van uitgaan dat we in een fase van ontkenning van de schadelijke effecten zitten en dat zelfs wie EHS heeft het bij voorkeur zal negeren. Het nocebo-effect is dus geen argument.

De uitgevoerde studies die geen oorzakelijk verband aantonen, worden trouwens door onafhankelijke onderzoekers bekritiseerd omdat een zeer beperkt aantal blootstellingscondities werden onderzocht, omdat de duur van blootstelling en van de onderzochte effecten kort waren en omdat de selectie van proefpersonen niet medisch onderbouwd was.

Er moet trouwens ook rekening gehouden worden met een vertraging in het optreden van de symptomen en met een recuperatieperiode. Ook na de blootstelling kan men zich nog uren of dagen slecht voelen. De deelnemers moeten ook voldoende gerecupereerd zijn vooraleer de testen starten.

Het aantal symptomen is zo groot dat het ongeloofwaardig klinkt. Bij gewone klinische onderzoeken vindt men vaak niets. Logische conclusie is dan dat het stress is, en je wordt dus naar de psychotherapeut gestuurd.