Symptoombestrijding
Genotsmiddelen en medicijnen
Genotsmiddelen als alcohol, roken of drugs helpen even omdat ze je verdoven en je er rustig van wordt. Daarna is de kater echter erger. Je gaat de straling niet vermijden omdat je die niet meer voelt. En je lichaam moet herstellen van de drugs én de straling.
Wanneer je EHS hebt zonder het te weten, dan is het gevaar voor verslaving aan alcohol, roken of drugs groter dan bij anderen aangezien je meer behoefte zult hebben aan een genotsmiddel om je even beter te voelen. Dit is nefast voor je gezondheid.
Kalmeermiddelen, antidepressiva, slaapmiddelen en medicijnen tegen ADHD worden vermoedelijk vaak voorgeschreven aan mensen die aan EHS lijden en het niet weten. Ook deze medicijnen kunnen helpen om het niet meer te voelen. Maar als je stopt met de medicatie zullen de problemen alleen maar erger geworden zijn. Het zal bijzonder moeilijk zijn om deze middelen af te bouwen als je je niet gaat afschermen tegen elektromagnetische straling.
Uit enquêtes blijkt dat meer dan de helft geëxperimenteerd heeft met medicatie maar dat slechts 4,2% van de mensen met EHS er baat bij heeft. Nogal wat mensen hebben last van neveneffecten. Vaak voelen ze er zich eerder slechter dan beter door. De kans op het afhankelijk worden voor bepaalde medicatie is ook groot (slaapmiddelen, antidepressiva, …).
Indien je verder moet en niet zonder kan, dan kan dit soort medicijnen tijdelijk een hulp zijn. Deze zijn vaak ook goedkoop, want ze worden terugbetaald.
Probeer in elk geval je eigen blootstelling te verminderen met de middelen die je hebt. Het is immers belangrijk te beseffen dat symptoombestrijding zonder reductie van de straling je blootstelt aan hogere risico’s voor je toekomstige gezondheid.
Cognitieve gedragstherapie
De enige hulp die door artsen in Vlaanderen mag worden voorgesteld, is cognitieve gedragstherapie. Die moet inwerken op de irrationele of niet-helpende gedachten, door technieken als gedragsexperimenten of gecontroleerde blootstelling, om anders te leren omgaan met de klachten en om de blootstelling als minder bedreigend te ervaren. Dit gaat ervan uit dat je maar moet leren leven met de beperkingen die je hebt, dat je je hulpeloosheid en het feit dat je je permanent ziek voelt moet leren aanvaarden.
Uit enquêtes blijkt dat slechts 2,6% van de mensen met EHS baat hebben bij psychotherapie.
Er zijn wel degelijk mensen die steeds de negatieve kanten van iets zien en wiens angsten tot psychosomatische gevolgen leiden. Dit kan een factor zijn op basis van persoonlijkheidskenmerken, maar dit is niet per definitie het geval voor elektrohypersensitieven.
Het huidige officiële standpunt van de artsen in Vlaanderen gaat voorbij aan het feit dat elektromagnetische velden wel degelijk voor een fysiologische verstoring in ons lichaam zorgen. Deze verstoring heeft zowel fysieke als psychologische effecten. Negatieve gedachten ontstaan rechtstreeks door de fysiologische verstoring en zijn niet eigen aan de persoonlijkheidskenmerken. Elektrohypersensitieven melden dat negatieve gedachten ontstaan door blootstelling aan EMV en vanzelf verdwijnen nadat de blootstelling een tijd is opgehouden. Uit onderzoek is gebleken dat de productie van o.m. dopamine vermindert bij blootstelling aan EMV. Er is dus wel degelijk een fysiologische basis voor die negatieve gedachten.
Het officieel ontkennen van de schadelijkheid van laag- en hoogfrequente EMV door de overheid en de Vlaamse artsen en het ongeloof van de omgeving vormt een bijzonder zware bijkomende psychologische belasting. Deze belasting wordt een tweede „toxische” factor genoemd bij EHS.
Experimenten hebben aangetoond dat stress vooral veroorzaakt wordt door een situatie die je niet kan veranderen. Teveel werk of pijn is veel beter te verdragen wanneer men controle heeft over zijn situatie dan wanneer men er hulpeloos aan overgeleverd is. Het is dus vooral belangrijk om je blootstelling te beperken en actie te nemen om je eigen gezondheid te verbeteren. Een veilige, stralingsarme woonomgeving is hiervoor primordiaal.
Wanneer je dan jezelf vrijwillig blootstelt om toch maar die opleiding te volgen of om toch maar naar dat feest te gaan, dán kan cognitieve gedragstherapie helpen om de effecten te aanvaarden en beter te verdragen.